Nieuw in ons repertoire: Song

De titel is misschien weinigzeggend. De uitvoering daarentegen blijkt verrassend mooi en bij uitstek geschikt voor een afscheidsdienst. Het lied Song is daarom onlangs toegevoegd aan ons repertoire. De muziek is van componiste Frea van de Lavoir uit Lith. De tekst is het gedicht van Christina Rossetti (London, 1830-1894). Van deze dichteres is ook de tekst van het bekende Kerstlied ‘In the bleak midwinter’.

Eenvoudig en klein
Frea de Lavoir kwam het gedicht tegen bij een zoektocht naar mooie Engelse teksten. Het gedicht van Christina Rossetti raakte haar direct: “De eenvoud, kleinheid en de onzekerheid in dit gedicht boeide mij. Ik heb de indruk dat er onder die eerste laag nog iets broeit, maar dat is natuurlijk mijn persoonlijke veronderstelling”.

Twee coupletten
Song omvat twee coupletten. Het eerste couplet is wrang. De ik-figuur zegt daarin tegen zijn of haar geliefde die achterblijft: “Als je wilt, houd mij in herinnering en als je wilt, vergeet mij”. Gelukkig volgt daarna: “Plant geen rozenstruik maar wees het groene gras boven mij”. In het tweede couplet, spreekt degene die achterblijft. Die weet niet hoe het zal zijn: “Haply I may remember, haply I may forget”.

4-stemmige setting
Frea besloot om van het gedicht een lied van te maken: “Het gedicht is zeer geschikt voor een zetting met solostem en piano, maar ik dacht aan een 4-stemmige zetting”. Over het resultaat zegt zij: “De zetting is, in overeenstemming met de tekst: niet romantisch-emotioneel met grote dynamische verschillen, maar eenvoudig en fijntjes met een ingehouden emotie. Het dolce in de aanhef slaat niet op de tekst, maar op de muzikale uitvoering.” Het stuk is, met name in het eerste couplet, vaak driestemmig, met wisselende stemcombinaties. Sopraan, alt en tenor hebben regelmatig een eigen zelfstandige lijn; de bas is een echte ondersteunende baspartij. De gedeeltes waar vierstemmig gezongen wordt, hebben iets meer volume.

Aansprekend klankidioom
Frea heeft het stuk bewust niet al te moeilijk gemaakt – in een aansprekend klankidioom – om het uitvoeringsgeschikt te maken voor een goed amateurkoor, zonder al te veel repetitietijd. Juist hierom is het voor ons Uitvaartensemble Nijmegen zo geschikt. Andere koorwerken van Frea zijn complexer, met een ander klankidioom afhankelijk voor wie en welke gelegenheid het werk geschreven is. Voor wat voorbeelden ga naar: https://www.kamerkoortonsurton.nl/informatie/audio-fragmenten

Instuderen met Frea: bijzondere ervaring
Het uitvaartensemble wilde het lied samen met de componiste instuderen. Daarom nodigde het koor haar uit voor de jaarlijkse studiedag van het Uitvaartensemble Nijmegen op 4 september 2019. Dat bleek heel bijzonder te zijn: “Je leert het lied zo heel goed kennen en ook wat de componiste precies wil. Hoe wij het moeten zingen, bijvoorbeeld”, aldus dirigent Hans Meek. Ook Frea zelf was tevreden “Ik heb het instuderen van mijn lied met jullie erg plezierig gevonden. Ik ben nieuwsgierig naar de daadwerkelijke uitvoering op … en wacht de uitnodiging af.”

Uitvoering 22 maart 2020
Inmiddels nieuwsgierig geworden naar het lied? Het Uitvaartensemble Nijmegen brengt Song ten gehore op 22 maart in De Vereeniging tijdens het koorevenement Podium voor de Stad.

Gerard Broess: onze nestor

Eens in de zoveel tijd laten we een koorlid aan het woord. Dit keer is Gerard Broess aan de beurt. Hij is tenor en inmiddels het oudste koorlid. Van alle koorleden is hij het meest vertrouwd met het gregoriaans. Het koor doet regelmatig een beroep op hem bij het instuderen daarvan. In dit bericht vertelt Gerard over zijn liefde voor het gregoriaans.

Staand zingen op een knielbank
Ruim 75 jaar geleden werd ik, Gerard Broess lid van een jongenskoor. Jacques Gielen, hoofdonderwijzer mijn lagere school, leidde dat koor. Elke schooldag werd er tussen de middag een half uur gerepeteerd onder zijn bezielende leiding. Het repertoire was veelzijdig. Er werd veel aandacht besteed aan het gregoriaans. Samen met het mannenkoor luisterden wij de destijds veel voorkomende katholieke feestdagen op. Van lieverlee mocht ik in de kerk staand op een knielbank solo een gregoriaans lied zingen. Rorate Ceali was mijn lievelingslied, vooral het couplet Consolamini.

Het gregoriaans werd dagelijkse kost
Langzamerhand werd voor mij de wereld groter. Ik wilde cowboy worden. Mijn heeroom overtuigde mij er echter van dat dat beroep op uitsterven stond en alleen nog in films en boeken voor kwam. Misschien was missionaris een goed alternatief? En zo kwam ik op het seminarie. Ik werd cantor samen met nog vijf medestudenten en maakte kennis met Floris van de Putt, in katholieke kringen een zeer gewaarde dirigent en componist. Floris wijdde ons dagelijks in het zingen van vooral gregoriaanse liederen in. We leerden dat het gregoriaans niet was gecomponeerd maar noodzakelijkerwijs was ontstaan omdat de menselijke spreekstem niet ver genoeg droeg. Floris kon niet genoeg benadrukken dat het zingen van de tekst toentertijd de oplossing was om het geloof aan een groot aantal bijeen gestroomde mensen te verkondigen. De nadruk lag dus op de betekenis van de tekst, niet op de muziek. ‘Weet wat je zingt’ was Floris’ adagium.

Als één stem
De liederen moesten ook klinken alsof het door één stem gezongen werd. Ik hoor Floris nog de solisten onder ons vermanend toespreken: “Ik wil jou niet horen, maar ons”. Soms gaf hij ons de opdracht om een tekst uit missaal of bijbel spontaan zingend te verkondigen. Dat maakt dat ik nog altijd de gewoonte heb om bij het lezen van een mij aansprekend gedicht de tekst als vanzelfsprekend te declameren en te zingen.

Thuiskomen
Rond mijn zeventiende jaar sloeg de twijfel omtrent geloofszaken toe. Ik verliet het seminarie en rondde mijn middelbare schooltijd samen met vrouwelijke klasgenoten af. Na een ‘stille’ periode van 25 jaar ben ik weer in koorverband gregoriaans gaan zingen. Het voelde als thuiskomen. Toen het Uitvaartensemble Nijmegen gevraagd werd om gregoriaanse liederen te zingen, heb ik mijzelf opgeworpen om het koor daarbij te begeleiden.

Klare taal
Het gregoriaans past in de kerkelijke traditie van afscheid nemen van de overledene. Hoe moet de overledene anders worden toegewenst dat de engelen hem of haar begeleiden naar het paradijs? En hoe kun je anders worden overtuigd met het Ego sum resurrectio et vita: “Ik ben de verrijzenis en het leven; wie in mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven. Iedereen die leeft en in mij gelooft zal in eeuwigheid niet sterven.” Zo, dat is klare taal en die zing ik graag.

Mannen en vrouwen
Overigens zingen bij het Uitvaartensemble Nijmegen de vrouwen en mannen samen gregoriaans. Vroeger was dat ondenkbaar en mocht het gregoriaans alleen door mannen gezongen worden. Dat paste toen in de sfeer van algehele achterstelling van vrouwen in de katholieke kerk. Gelukkig is dat nu achterhaald.

Het meditatieve Ubi caritas

Wie kent het niet: Ubi caritas. Een lied met de oude Latijnse tekst: Ubi caritas et amor, deus ibi est. Vertaald: Daar waar vriendschap heerst en liefde, daar is God.

Deze tekst is door de eeuwen heen vele malen op muziek gezet. Het Uitvaartensemble Nijmegen zingt de versie van de Noorse componist Ola Gjeilo (geboren in 1978) en die van de kloostergemeenschap van Taizé. Kortgeleden heeft ons koor ook de compositie van pater Jezuïet, theoloog en componist van kerkmuziek, Joseph Gelineau (1920-2008) in studie genomen. Binnenkort wordt die versie toegevoegd aan het repertoire.

Het Ubi caritas van Taizé en Gelineau is een zogeheten kernvers dat vele keren kan worden herhaald. Daardoor wordt het meditatief van karakter. Tijdens de herhalingen zingen onze sopranen, alten, bassen en tenoren afwisselend de tekst en neuriënd.  Zo klinkt het lied telkens anders.

Het Ubi caritas van Ola Gjeilo is een langere versie die in de katholieke kerk wordt gezongen bij de eucharistieviering en tijdens de voetwassing op Witte Donderdag. Dan wordt herdacht hoe Jezus de voeten van zijn discipelen waste voordat hij met hen voor de laatste keer aan tafel ging.

Alle uitvoeringen van het Ubi caritas zijn stuk voor stuk prachtige kleinoden bij een uitvaart in een kerk of crematorium of bij het graf. De versies van Taizé en Gelineau zijn bijzonder geschikt om te zingen bij aan- of binnenkomst van de stoet of bij het verlaten van kerk of crematorium.